Genealogie is volgens de Van Dale de geslachtsrekenkunde; de
leer van de ontwikkeling en verwantschap van geslachten (families).
Een genealoog is dan ook iemand die de afstamming en verwantschap van families
naspoort; de stamboom uitzoekt. Dit kan in de vorm van een stamreeks, een
genealogie, een kwartierstaat of een parenteel.
Een stamreeks is een in generaties geschikte opgave van
iemands wettige voorouders in rechte mannelijke lijn. U gaat hierbij generatie
na generatie terug in rechte mannelijke lijn. De oudste voorouder waarop het
onderzoek is vastgelopen (de stamvader) krijgt het nummer I en vervolgens
nummert u door met Romeinse cijfers.
Een genealogie is volgens de Van Dale een geslachtslijst,
een stamboom. Dat is een in generaties gerangschikte opgave van personen die in
wettige mannelijke lijn afstammen van een bepaalde mannelijke persoon (de
stamvader).
Een kwartierstaat is een in generaties gerangschikte opgave
van de wettige voorouders van een bepaalde persoon. De persoon waar de
kwartierstaat vanuit gaat noemt men de kwartierdrager. Hij of zij heeft 2
ouders, 4 grootouders, acht grootouders enz. Iedere generatie verdubbelt het
aantal voorouders. Elke voorouder heeft zijn eigen nummer. De kwartierdrager is
nummer 1, de vader en de moeder 2 en 3, de grootouders 4 tot en met 7, de
overgrootouders 8 tot en met 15 etc. Om een nummer te berekenen van iemands
ouders vermenigvuldig je het nummer van de persoon met 2, voor de moeder tel je
bij het gevonden nummer 1 op.
Een parenteel is een in generaties gerangschikte opgave van
de wettige afstammelingen van een bepaald ouderpaar, in mannelijke en
vrouwelijke lijn. Het samenstellen van een parenteel is daarom de meest
uitgebreide vorm van voorouderonderzoek.